- Ruim de helft van de sociale bedrijven in Nederland zag het afgelopen jaar zijn omzet stijgen. Nederland scoort daarmee hoger dan veel andere Europese landen, blijkt uit onderzoek.
- Maatschappelijke ondernemingen zijn goed voor zo’n 10 procent van alle banen bij Nederlandse startups en techbedrijven.
- Wel moeten sociale bedrijven telkens kiezen tussen hun maatschappelijke idealen en bedrijfsgroei, zeggen zij tegen Business Insider. “Je bent geen goededoelenstichting.”
- Lees ook: Deze ‘struikrovers’ redden planten en struiken van renovatie- en sloopprojecten in de buurt
Het gaat sociale ondernemingen in ons land voor de wind, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Ongeveer 55 procent van de Nederlandse sociale bedrijven maakte de afgelopen twaalf maanden een omzetgroei door.
Dat is meer dan het Europees gemiddelde van 44 procent, blijkt deze week uit de tweede editie van de European Social Enterprise Monitor. Onderzoekers spraken hiervoor met bijna tweeduizend sociale ondernemers uit Europa en Turkije.
Voor sociale ondernemingen is winst maken niet het primaire doel. Zij hebben een maatschappelijke missie, zoals bijvoorbeeld het tegengaan van klimaatverandering of het verschaffen van werk aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Denk hierbij aan bedrijven zoals producent van duurzame smartphones Fairphone en restaurateur Brownies&downieS, dat werk verschaft aan jongeren met een verstandelijke beperking.
De overheid werkt aan een rechtsvorm voor dit type bedrijven, de zogenoemde ‘maatschappelijke bv’. Omdat die rechtsvorm nu nog ontbreekt, is het onduidelijk hoeveel sociale ondernemingen ons land precies telt. McKinsey schatte het aantal in 2016 op 5.000 tot 6.000. ABN AMRO hield het een jaar later op 4.000 tot 5.000 bedrijven.
Sociale bedrijven leunen weinig op inzet vrijwilligers
Nog een teken aan de wand dat de sector in Nederland volwassen aan het worden is: relatief weinig Nederlandse sociale ondernemingen blijken op vrijwilligers te draaien, blijkt uit het onderzoek. Ze moeten het vooral van regulier personeel hebben.
Zo'n 14 procent van de Nederlandse sociale ondernemingen verwacht de komende twaalf maanden bovendien substantieel meer personeel aan te nemen, tegenover een Europees gemiddelde van 8,5 procent.
Uit het dinsdag verschenen rapport Impact Startups 2022 blijkt bovendien dat bedrijven met een maatschappelijk doel anno 2022 goed zijn voor 10 procent van alle banen bij startups en techconcerns in Nederland. De onderzoekers keken hiervoor naar openbare bedrijfsdata op platform Dealroom.co.
Ondernemer Valentijn van Santvoort van startup Holie is zo'n sociaal ondernemer die momenteel personeel aanneemt. Hij heeft sinds enkele weken een hoofd financiën bij zijn startup werken en in januari komt er iemand bij voor de sales. Zijn bedrijf levert plantaardige ontbijtgranen zonder toegevoegde suikers, bedoeld om mensen gezond te laten eten. Eén procent van de omzet investeert het bedrijf in vergroeningsprojecten in Afrika.
Holie verwacht dit jaar, net als de meeste sociale ondernemingen, een omzetgroei door te maken. Van Santvoort mikt dit jaar op een groei van 100 procent, waarmee zijn bedrijf 4 miljoen euro zou omzetten. Alle winst investeert hij weer terug in het bedrijf.
Het draait Van Santvoort dan ook niet primair om winst maken, maar om maatschappelijk iets te betekenen. Wel levert dat soms uitdagingen op. Laatst nog, toen hij en zijn compagnon Merick Schoute besloten mee te doen aan het Nationaal Schoolontbijt, een project om gezond eten bij kinderen te bevorderen. De ondernemers gingen ermee akkoord om kosteloos 400.000 kinderen te laten genieten van hun ontbijtgranen.
"Voor ons was dat een heel serieuze kostenpost, die niet direct een rendement opleverde", zegt Van Santvoort. "Dat geld hadden we ook in marketing kunnen stoppen, om sneller te groeien. Toch hebben we hiervoor gekozen, omdat we een sociaal-maatschappelijke impact willen maken als bedrijf."
Nog zoiets: laatst kozen Van Santvoort en Schoute ervoor om hun verpakking verder te verduurzamen. Opnieuw geld dat ze ook in marketing hadden kunnen stoppen, maar niet deden. "Dit levert op de korte termijn misschien minder groei op, maar op de lange termijn wel meer duurzame impact."
Toch leveren dit soort beslissingen iedere keer een dilemma op, volgens de ondernemer. "We zijn wel een commercieel bedrijf, dat winst moet maken. De uitdaging voor een sociaal bedrijf als de onze ligt hem erin ervoor te zorgen dat je commercieel gezond blijft en groeit, maar in dienst blijft staan van de maatschappij."
Sociaal ondernemers zijn dikwijls activistisch
Sociaal ondernemers kunnen best activistisch uit de hoek komen. Ze verwerpen het lang gangbare aandeelhoudersmodel van econoom Milton Friedman waarbij winstmaximalisatie centraal staat en pleiten juist voor een andere wereld.
Zo startten Van Santvoort en zijn compagnon deze maand een petitie voor een suikertaks in ontbijtgranen. Ondernemer Wouter Staal van plantaardig voedings- en horecamerk YB laat zich fotograferen met een t-shirt met daarop de tekst 'There is no planet B' en spreekt op congressen over klimaatbeleid.
Is Staal meer activist of ondernemer? Met die vraag worstelt hij vaak. "Als ik moet kiezen, zou ik voor het activisme gaan. Zet mij maar op een zeepkist, zodat ik anderen kan inspireren om sneller tot klimaatactie over te gaan."
Toch weet de idealistische zakenman heel goed: aan het einde van de dag is hij ook gewoon bestuurder van een bedrijf met 175 medewerkers en dertien horecalocaties. Dit jaar maakte hij alle voedingsproducten in zijn assortiment veganistisch. Hij ging klimaatpositief ondernemen en zijn bedrijf kwalificeerde voor diverse keurmerken voor sociaal ondernemerschap.
De activist in Staal zou dit graag duidelijk communiceren op al zijn locaties, zodat gasten geïnspireerd kunnen raken om vaker veganistisch te eten. "Zo'n rebranding kost echter een half miljoen euro. De bestuurder in mij zegt dat ik dat niet moet doen, omdat ik dat geld misschien niet terugverdien. Ik voer die rebranding daarom nu uit in kleine stapjes."
Uit het European Social Enterprise Monitor-onderzoek blijkt dat zo'n acht op de tien sociale bedrijven in ons land het vooral moeten hebben van de zakelijke verkoop. Ook Staal is daar sinds kort mee begonnen. Hij verkoopt sinds een paar maanden veganistische producten zoals croissantjes en gevulde koeken aan grote retailers.
Ook dat levert een uitdaging op, want Staal moet zijn producten iets hoger geprijsd verkopen dan niet-plantaardige producten van concurrenten. De ondernemer moet immers per product zijn ontwikkelingskosten terugverdienen. "Inkopers zijn vaak geënt op zo goedkoop mogelijk inkopen doen. Je moet dus iedere keer uitleggen dat onze producten een klimaatvoordeel opleveren, dat ook iets waard is. Zo scheelt het duizenden liters melk en eieren per jaar."
En dan zijn er nog de marktomstandigheden, die voor de retail momenteel niet florissant zijn. De branche likt nog altijd zijn wonden van de coronalockdowns en gaat momenteel gebukt onder de energie- en algehele inflatiecrisis. Draaide YB voor de coronacrisis nog 5,5 miljoen euro omzet per jaar, vorig jaar was dit zo'n 3,5 miljoen euro. Dit jaar verwacht Staal niet verder te komen dan 4,5 miljoen euro omzet, nog altijd minder dus dan vóór de coronacrisis.
Staal moet dus enigszins op de centjes letten met zijn bedrijf. En dat terwijl hij juist volop wil investeren in nieuwe plantaardige producten, zoals die croissantjes. "Uiteindelijk levert dat ook financieel iets op, maar je moet in de tussentijd wel de broek op kunnen houden." Eerst de impact, dan het geld, is desalniettemin zijn streven. "Maar dat geld moet natuurlijk wel op tijd komen. Dat onderscheidt ons als commercieel bedrijf van een goededoelenstichting."
Sociale bedrijven halen minder makkelijk geld op
Nog zo'n dilemma: moet je als sociaal bedrijf investeerders aantrekken, terwijl die een financieel einddoel hebben? Holie-ondernemer Van Santvoort wilde er tot op heden niet aan. Een investeerder die puur op rendement stuurt, zou bij zijn type bedrijf niet passen.
Om verder te groeien, verwacht hij op een dag wel geld van durfkapitalisten nodig hebben. "We zouden dan met een investeerder samen willen werken die ESG-doelen [milieu, maatschappij en governance, red.] verankerd heeft in het bedrijfsmodel."
De afgelopen jaren kwamen er in Nederland meerdere van dit soort ESG-investeerders bij, maar het blijft een beperkte groep. Mirjan Niessen weet er alles van. Ze is investeringsmanager bij DOEN Participaties, de investeringstak van een stichting die in 1991 werd opgericht door de Postcode Loterij. Haar werkgever investeert uitsluitend in sociale ondernemingen, zoals duurzaam jeansmerk MUD Jeans en Sunt, een bedrijf dat bananenbrood maakt van afgekeurde bananen in de havens van Rotterdam.
Volgens haar is er in Nederland nog altijd een tekort aan wat zij "geduldig kapitaal" noemt. "De meeste investeerders steken geld in techbedrijven, die een handig platform of appje hebben gemaakt. Die producten zijn snel schaalbaar en er valt op korte termijn rendement mee te behalen. Probeer je als bedrijf iets te doen aan de verspilling van bananen in de havens van Rotterdam en Antwerpen, zoals Sunt, dan zijn er bijvoorbeeld juridisch allerhande zaken die je moet regelen. Het duurt veel langer voor je zoiets op de rails hebt. Dat is voor de reguliere investeerder lastig."
Het feit dat sociale bedrijven iets nieuws doen, helpt in de investeringsbranche niet mee, stelt Niessen. "Financiers gaan voor herkenning, omdat dat een lager risico met zich meebrengt. Neem Fairphone, dat met een duurzame smartphone kwam. Mensen kunnen dan al snel zeggen: maar we hebben toch al telefoons?" Het maatschappelijke voordeel van je product aan investeerders uitleggen, kan volgens haar dan ook knap lastig zijn.
YB-ondernemer Staal heeft er onlangs iets op gevonden. Hij vormde zijn bedrijf dit jaar om tot coöperatie en liet voor 9 ton een kleine zevenhonderd mensen aandeelhouder worden. Staal hoefde daarvoor geen stem- en vergaderrecht weg te geven, al staat hij open voor suggesties.
In de tussentijd heeft hij geld genoeg om uit te breiden. Want, zo besluit de ondernemer: "Ik ben een ondernemende activist die wél met geld te maken heeft."